Bekijk je straat eens vanuit het perspectief van een bij! Open je voordeur, vlieg de straat in. Wat zie je en wat kom je tegen?
Fladder in gedachten door je wijk. Zoek naar kale stukken grond, waar je liever planten en bloemen wilt zien. Denk aan een lege bloembak of een kale ruimte rond een boom, een middenberm. Of zie je een bouwterrein waar al jaren niets mee gebeurt? Dit zijn je kansen!
Als guerrilla gardener weet jij namelijk: als er grond is, kun je er tuinieren. En als er geen grond is, kun je tegels wippen. Sommige plekken zijn ‘van nature’ geschikter dan andere voor een guerrillatuin. We nemen de verschillende plekken met je door.
Tip: ga met je camera op pad. Zie je geveltuintjes, bloembakken, groene boomspiegels, of juist een kale plek? Gebruik de straat als inspiratiebron! Maak foto’s van je buurt. Wedden dat je thuiskomt met een heleboel foto’s van plekken waar je kunt guerrillatuinieren?
Dicht bij huis is de beste plek om te beginnen met guerrilla gardening. Het levert direct winst op voor de biodiversiteit, want je vergroent kale grond rond een boom of creëert ‘nieuwe’ grond in je geveltuin.
En heb je al aan een groen dak of zelfs een groene muur voor je huis gedacht?
Alle plekken waar je tegels verwijdert, leveren direct winst op voor biodiversiteit. Dus… weg met die tegels op dat kale school- of buurtplein! Je kunt ook de krachten bundelen en met de hele straat boomspiegels vergroenen of geveltuinen aanleggen.
Wat verder weg vind je vaak plekken die wat anoniemer zijn en ‘van niemand’. Een rotonde, een wegberm, een bouwterrein of een bedrijventerrein.
Hier guerrilla gardenen lijkt logisch. Let wel op: dit kunnen gebieden zijn met een grote ecologische waarde. Zaai dus weinig ‘nieuws’, maar help vooral een zaadje dat er van nature staat verder op weg.
Buiten stad of dorp loop je het risico dat je door het verspreiden van tuinplanten per ongeluk inheemse ecosystemen verstoort. Beter blijf je met tuinplanten uit de wilde natuur, waar het bestaande ecosysteem prima functioneert. Wij kiezen liever voor plekken in de bebouwde kom waar het groen ontbreekt.
Wat je wél kunt doen is planten die in de natuur thuishoren een handje helpen. Verzamel en verspreid zaad van plaatselijke planten, let er bij het verspreiden op dat je dit doet op het soort plek waar de planten graag groeien.
Tip:
Om te weten waar in je buurt relatief weinig groen voorkomt en waar juist veel, kun je kijken op de ‘groenkaart’ in de Atlas Leefomgeving.
Heb je bedacht welke plek het doelwit is van je guerrilla-actie? Is deze plek op het oog weinig biodivers? Dat klopt vaak, maar soms is er verrassend veel biodiversiteit. Probeer erachter te komen wat de huidige waarde van de plek is voor flora en fauna.
In plantsoenen bijvoorbeeld kunnen hele kolonies aan bijen voorkomen. De grijze zandbij kan op zo’n plek honderden holletjes hebben terwijl je op het eerste gezicht denkt dat zo’n plek geen waarde heeft. In bomenlanen waaronder gras groeit kunnen bijvoorbeeld bijzondere paddenstoelen voorkomen.
Hoe check je de ecologische waarde? De eerste stap is om letterlijk op je knieën te gaan en te kijken wat je ziet groeien en krioelen. Om te ontdekken wat er in je buurt aan levends voorkomt kun je wildebijen.nl of waarneming.nl bezoeken. Je kunt ook contact opnemen met de stadsecoloog of de lokale IVN- of KNNV-[1]afdeling.
Casper uit Amsterdam:
“Soms word ik totaal verrast. Zo ontdekte ik een tijdje terug een eigenaardig zandhoopje met een soort periscoop aan de bovenkant. Ik ging op mijn knieën om te zien wat eruit zou komen. Maar er kwam niks uit. In plaats daarvan ging er iets in. Een grote wesp met een verlamde vlieg in zijn kielzog. Bleek dit het nest van de grote vliegendoder te zijn, de vlieg diende als voer voor het ondergrondse nest! Een ander bijzonder moment in mijn guerillatuin was het vinden van een aardster, een paddenstoel die normaliter op heel andere ondergrond voorkomt. Dat zijn ontdekkingen waar ik echt blij van word. Het vertelt me dat mijn tuin planten, insecten en paddenstoelen verwelkomt die er eerst niet waren. Op deze manier draag ik dus heel direct bij aan het vergroten van de biodiversiteit in mijn stad!”
[1] IVN = instituut voor natuurbeschermingseducatie; KNNV = vereniging voor veldbiologie.